Takkenril

Grote delen van het heempark worden omzoomd met deze “ecologische erfafscheiding”.
De ruggengraat wordt gevormd door palen of bestaande bomen en struiken, waarbij het snoeiafval opeen wordt gepakt in de ruimte tussen de verticale staanders. Op deze manier creëer je niet alleen een effectieve afscheiding van het terrein, maar bewijs je ook veel kleine zoogdieren een dienst met deze extra huisvesting.
Dieren als de wezel, bunzing, en hermelijn vinden hier volop gelegenheid om een schuilplaats te vinden, en om er hun kostje bij elkaar te scharrelen.
Daarnaast zijn veel vogels aangewezen op deze voor rovers moeilijk toegankelijke “snoeihagen”; soorten als het winterkoninkje, roodborst en heggemus broeden graag in de takkenril. En niet te vergeten: de kamsalamander profiteert van het composteer-effect van het rottende hout, onderin de takkenril.
Het rottingsproces zorgt voor vorstvrije plekjes, ideaal om als salamander je winterslaap te houden.