Eiken-berkenbos

Dit type bos kom je vaak tegen op de Meierijse zandgronden. Een gemengd loofbos met eiken en berken als opgaande bomen, en een struikenlaag met hazelaar, hulst, en lijsterbes.
Wat doen die hoge sparren dan hier? Dat is een erfenis van de vorige grondgebruiker; een partij kerstbomen van vóór de 2e wereldoorlog is niet door de kweker geoogst, en zijn uitgegroeid tot blikvangers. Van ons mogen ze blijven ... Een rijke kruidenlaag maakt het plaatje compleet, met blikvangers als klaverzuring en salomonszegel. Vooral onder oude eiken hebben deze planten het goed naar hun zin, zeker als er leem in de bodem aanwezig is.
In de omgeving van de blokhut hebben we ook diverse bolletjes geplant, die geschikt zijn voor verwildering: de zogenaamde stinseflora. De naam is afkomstig van het Friese woord stins, wat stenen huis betekent; daterend uit de late middeleeuwen, toen alleen de hogere adel zich stenen huizen kon permitteren.
Deze landgoedeigenaren gaven elkaar vaak kadootjes in de vorm van bolletjes, die het gemakkelijk tijdens lange reizen uithielden. Op deze manier kregen wij, vooral rondom kastelen en andere leuke buitenhuizen, een nieuwe familie erbij. En omdat we deze charmante bosbewoners al zo’n vijfhonderd jaar in onze natuur tegenkomen, mogen we ze inheems noemen.

